‘Dubbelspel’

Een expositie van Willemiek Huijmens

Lekker inconsequent gaat mijn eerste recensie niet over een crossover-tentoonstelling, maar over een kleine, intieme expositie met schilderijen en beelden. Toch is er sprake van een crossover, niet tussen twee kunstdisciplines, maar binnen de kunstenaarsnaam. Want achter Willemiek Huijmens gaan Willibrord Huijben en Mieke Mens schuil. Mieke is schilder, Willibrord is beeldhouwer. Sinds 2003 zijn ze partners; hun 20-jarig partnerschap is een mooie aanleiding voor hun derde duo-expositie ‘Dubbelspel’ bij Studio BloemDwars.

Mieke en Willibrord tijdens de opening van ‘Dubbelspel’', fotograaf Corah Dijkstra

Over elkaars werk

Willibrord: ‘Kijken naar een schilderij van Mieke is als het lezen van een gedicht. Er zijn geen duidelijke zinnen, maar soms herken je woorden. Vormen die opdoemen uit een achtergrond die gelaagd is en ruimtelijk. Er zijn suggesties van natuur en ook architectuur. Je wordt een wereld ingetrokken die je niet direct herkent, maar die je raakt, aanspreekt, en vreemd vertrouwd aanvoelt. Als een herinnering die je nog niet had.’

Mieke: ‘Willibrord is de schepper van een almaar uitdijende familie van beelden; na de grote beelden volgen de kleine beelden, muurbeelden, met dezelfde zeggingskracht. Ze zijn nog steeds lid van dezelfde familie “Teders” en de laatste jaren van de zijtak “Communicatie”.
Ze communiceren zelf ook - een gevoel, een emotie, een gestolde beweging - en doen dat op een bijzondere manier: bescheiden en zacht (al zit er zoals in elke familie wel een Roeptoeter tussen), maar wel, of juist daardoor, recht in je hart.’

Willibrord Huijben

Willibrord is een echte hakker. Aanvankelijk werkte hij uitsluitend in steen, daarna waagde hij zich ook aan hout. Een spierziekte was spelbreker, het hakken werd fysiek te zwaar. Maar de beeldhouwer in hem liet zich niet het zwijgen opleggen. Hij experimenteerde een tijdje met vilt, tot grote vreugde van de motten in zijn atelier. Sinds enkele jaren werkt hij met klei, een materiaal waar hij een hekel aan had: te slap, én het materiaal van een modelleur. Gelukkig is klei met chamotte steviger, en eenmaal gebakken lijkt het meer op steen: ‘Dan herken ik het weer.’
Verder laat het zich prima combineren met glas, hout, en albast. Het resultaat zijn ‘combibeelden’ die ontegenzeggelijk Huijben zijn. Die ‘combibeelden’ zijn absoluut geen assemblages, daarvoor vloeien ze te veel samen tot één geheel.
Bij de vergelijking van Vooruitgang en 4G  vallen een paar dingen op. Beide bestaan uit sokkel, glasplaat en beeld. Maar bij 4G vormen die veel meer één geheel, bijna een assemblage. De houten sokkel is bewerkt met een kraspatroon, en de keramische vorm heeft drie openingen, waardoor de kijker er in kan kijken. Dat maakt 4G interactiever dan het massieve houten Vooruitgang.

Voor al Willibrords vormen geldt dat ze niet volgens een vaststaand plan ontstaan, maar stap voor stap, intuïtief. Beeld en beeldhouwer maken een interactief groeiproces door.

Mieke Mens

Mieke is ‘visual artist & designer’. Over dat Engels is ze wat ambivalent. Maar vanuit zakelijk oogpunt ligt het voor de hand: met Engels bereikt ze een groter publiek, en een grotere clientèle. Om met die zakelijke kant te beginnen: Als ‘designer’ ontwerpt Mieke bijzonder drukwerk. Ze runde een tijdlang een eigen zeefdrukkerij. Dat vergde veel tijd, wat ten koste ging van het schilderen. De schilder protesteerde. Wel ontwerpt Mieke nog steeds maatwerk websites in Squarespace; deze nieuwe site is door haar ‘gebouwd’.

Wat de ‘visual artist’ betreft: Mieke is begonnen als schilder en graficus. Tegenwoordig maakt ze schilderijen op paneel en werk op papier.
Een groter verschil dan tussen het vroege Portret (2012) en het recente Rimpeling (2023) is bijna niet mogelijk. Portret is meer dan een abstrahering van een gezicht, het is de reductie van een gezicht tot drie ellipsen, één grote en twee kleinere, duidelijk herkenbaar als hoofd en oren. Gedetailleerde gezichtskenmerken die van een hoofd een gelijkend portret maken ontbreken. Dit hoofd dan toch Portret noemen is bijna plagerij. De rimpeling waarvan sprake is in Rimpeling is bij toeval ontstaan door het lijmen van gebruikt schuurpapier op het paneel, met daarop uitgeschoven rode puntjes. Dat ruw/ruimtelijk maken wordt extra benadrukt doordat de onderkant, waardoor nog twee restvormen van een onderliggende beschildering zichtbaar zijn, ‘glad’ zijn gelaten. Het maakproces is veranderd in onderwerp.
Toch bestaat er volgens Mieke een overeenkomst: beide zijn ‘iets mafs wat af is’.

Over haar schilderproces zegt Mieke: ‘Wanneer vanuit de opwinding en frustratie tijdens het schilderproces ineens een beeld ontstaat dat me raakt, begint het delicate proces beslissen wat blijft of niet. Dan krijgt het werk gaandeweg licht en lucht.’
De scheiding tussen ontwerper en schilder is fluïde. Mieke’s benadering van haar ontwerpopdrachten is die van een kunstenaar. Ze gaat door tot de klant en zij tevreden zijn. De schilder bekijkt haar composities door de ogen van de ontwerper. Alles moet kloppen. Dat maakt de schilder tot een poëtische perfectionist.

Kennismaking

Ik leerde Willibrord kennen in 2000, toen ik extern bestuurslid werd van beeldhouwerscollectief ABK. Al snel ontmoette ik Mieke als partner van.

Mijn favoriete beeld van Willibrord uit die periode is Oospronkelijk (2008), waarmee hij in 2009 meedeed aan de ABK-ledenexpositie ‘®evolutie’ in de Amsterdamse Hortus Botanicus. In de kleine catalogus staat deze uitleg: ‘De mensheid is onrustig op het moment; ze wil vooruit maar eigenlijk ook terug naar eerder, aangenamer. Het beeld Oorspronkelijk verenigt zoals het vroeger was, zoals het begonnen is, met het begin van iets nieuws, iets dat nog worden zal.’ Dit citaat laat zien waarom Willibrord wel de filosoferende beeldhouwer wordt genoemd. Hij weet dat er geen pasklaar antwoord is op de grote levensvragen.
Omdat Oorspronkelijk stond opgesteld in de ‘drieklimatenkas’ waar het broeierig warm was, hing er een spannende waas om het beeld.

Mieke’s Ochtendschemer (2002) hangt sinds ik mijn badkamer ‘senior friendly’ heb laten maken in een nauw gangetje op een donkergrijze wand naast mijn douchecel. Als ik vanachter mijn wastafel naar links kijk verdwijn ik in de diepte van het schemerblauw. Ochtendschemering is op het eerste gezicht abstract, maar ik bespeur toch een paar figuratieve suggesties: van een tafel rechtsonder en een schilderij linksboven. Het meest geïntrigeerd ben ik door het licht dat uit een afwezige bron op het tafelblad valt en daar een witte cirkel vormt.

‘Duetten’

‘Dubbelspel’, entree met ritmisch duet

Na deze kennismaking is het hoog tijd om ‘Dubbelspel’ te bekijken. Ik begin met een paar ‘duetten’ van Mieke en Willibrord samen.
Meteen na binnenkomst zag ik langs en aan de linkerwand een harmonieus, ritmisch ‘duet’, bestaand uit Mieke’s Lonkend (2008), Willibrords Schenker (2023), en aan de wand zijn Luisteraar (2001) en Breekbaar (2023), en rechts het kleine Blauwe Irissen (2023) van Mieke. De foto waarmee ik deze recensie begin, is van nog zo’n mooi ritmisch duet, dat langs de andere wand stond opgesteld, met Mieke’s Aftastend (2008), en Willibrords 4G (2015) en Stralend (2021).
Bij het herlezen van deze paragraaf valt me een ‘slip of the tongue’ op: ik heb ‘stond opgesteld’ gebruikt alsof het om uitsluitend staande beelden ging. Maar in beide duetten staat er slechts één beeld op een sokkel op de grond, waaromheen de schilderijen en kleine muurbeelden ritmisch zijn gerangschikt.

Op de vraag wat bepalend was om schilderijen en beelden te groeperen, antwoorden Mieke en Willibrord in koor dat het een intuïtief proces was. Dus net zoals beiden tijdens het maakproces hun eigen schilderijen en beelden laten ontstaan. Het al eerder genoemde ritme lijkt me het voorbeeld bij uitstek van dat intuïtieve proces.
Kleur speelde een rol, maar was niet bepalend. Uitzondering lijkt het duet bestaand uit Mieke’s Point of View uit 2008 en Willibrords Voorzichtig, eveneens uit 2008. Hier lijkt groen de doorslag te hebben gegeven, hoewel het groene steeltje van de pompoen maar erg klein is. Anders dan bij de twee ‘langere’ duetten lag in dit duet het accent niet op het beeld, maar op het schilderij; Point of View trok de aandacht naar zich toe.

Het ging Mieke en Willibrord vooral om welk beeld zich lekker voelt bij welk schilderij en andersom. Voorop stond een treffend duet samen te stellen, waarbij de afzonderlijke werken elkaar versterken.

Solo’s

In de expositie waren ook een paar solo’s van één of twee werken te zien, van zowel Mieke als Willibrord.

Mieke Mens – solo bestaand uit Wisteria (2023) en The Old Man and the Sea (2023)

Mieke’s solo van Wisteria en The Old Man and the Sea, beide uit 2023, lijkt me ingegeven door de grijzige kleur. De blauwe trosjes van de wisteria doemen als het ware op uit dat grijs. Subtiel en fragiel. The Old Man and the Sea  ervaar ik als vol van ‘suspence’. Aanvankelijk dacht ik dat de dreiging uitging van de op de rug geziene figuur, een man die met niet veel goeds in de zin de scene binnensluipt. Maar het blijkt een cactus met een lootje, die samen wel iets hebben van een mannetje. Heel onschuldig dus. Maar Willibrord ervaart de dreiging ook; die gaat volgens hem uit van de witte wolkpartij die meer dan de helft van de voorstelling in beslag neemt.

Mieke MensCassiopeia (2023)

Cassiopeia (2023) is een heuse crossover. Op de met blauw/zwart en wit bestempelde schildering heeft Mieke gevonden ringetjes, verschillend in formaat en kleur, aangebracht. Sculpturalisering van het schilderijoppervlak noem ik dat. De met een spackmes bestempelde schildering is in het midden wit en wordt naar de randen toe steeds donkerder. Daardoor richt je blik zich op het midden, de ruimte in. Maar die blikrichting wordt verstoord door de ringetjes. Als je die met lijnen verbindt, dan krijg je het sterrenbeeld Cassiopeia, te herkennen aan de W-vorm, de W van Willibrord.

‘Contrapunt’ is een compositietechniek voor meerstemmige muziek, met vuistregels voor het combineren van verschillende melodische lijnen of 'stemmen'. Mieke beeldt dit in haar Contrapunt (2012) uit met een witte vorm die een tegenbeweging vormt in het grote geheel van de zwarte vorm. Contrapunt lijkt een solo. Maar schijn bedriegt, Contrapunt gaat heel toepasselijk een meerstemmige samenzang aan: met de handdoeken op de plank boven de w.c. Zelfs daar moet het kloppen!

Een andere consequentie van Willibrord’s spierziekte is dat hij op kleiner formaat moest gaan werken. Dat had gevolgen voor de presentatie. Te klein voor een sokkel, hangen zijn kleine beelden aan de muur. Ik zou ze geen wandobjecten willen noemen, die aanduiding is te neutraal.
Bij deze muurbeelden draait veel om communicatie. In de solo lijkt Tastend meteen contact te zoeken met Fluisteraar, en Klem suggereert beweging, toenadering zoeken.


Al Willibrords muurbeelden zijn wat ik eerder ‘combibeelden’ heb genoemd. Ontzet (2022), Opgeblazen (2019), en 3G (2015) zijn combinaties van steengoed (gebakken chamotteklei) en respectievelijk hout, albast en glas. Complicerende factor bij het samenvoegen is dat klei krimpt tijdens het bakken. Toch slaagt Willibrord erin ze samen te voegen tot een naadloos in elkaar passend beeld. In een interview met Sander Hendriks legt hij uit hoe: ‘Ik boetseer ze er ruim omheen. Als ze gebakken zijn, kan ik ze met raspjes weer perfect laten aansluiten Ook de vorm van het glas, hout, of albast kan ik bijwerken. Zo groeit het langzaam naar elkaar toe. Steeds kijken, passen, en weer kijken. Hier moet nog wat weg, daar moet nog wat weg.’ Kortom, het is een spannend subtractief karwei.

Dubbelspel

‘Dubbelspel is meer dan een aantal solo’s en treffende duetten; ‘Dubbelspel is een pakkende expositie, die gaat over communicatie.
Uit Mieke’s citaat over Willibrords beelden blijkt hoe belangrijk communicatie is. Vaak is die communicatie gericht op de buitenwereld en de kijker. Praktisch al zijn muurbeelden hebben nieuwsgierig ronddraaiende tuutjes die niet alleen waarnemen, maar ook contact willen maken. Nu zijn beelden sowieso socialer dan schilderijen; ze delen werkelijke tijd en werkelijke ruimte met de kijker. Zelfs als ze net als een schilderij aan de muur hangen.
Mieke’s schilderijen eisen op een andere manier de aandacht op. Dat heeft te maken met het uit de achtergrond opdoemen van vormen, waarop Willibrord wees. Van een afstand zien kijkers ze nauwelijks, ze moeten dichterbij komen om ze te ontwaren. Dan pas trekken Mieke’s kleine panelen je hun illusionaire ruimte in en krijg je die ‘herinnering die je nog niet had’.  

Die twee verschillende strategieën zorgen, ondanks het ritme en de poëtische sfeer, toch voor een prettige spanning, die ook besloten ligt in de keuze van de expositietitel. Geen ‘Samenspel’, maar ‘Dubbelspel’.

Bronnen

Sander Hendriks: ‘De zachte kracht van de natuur’, in ‘de kleine K, oktober 2018
Catalogus ‘®evolutie’, 2009
Catalogus ’20 jaar beeldhouwerscollectief ABK’, redacteur Sya van ’t Vlie
gesprekken met Mieke en Willibrord

Fotoverantwoording

Tenzij anders vermeld zijn de foto’s van Mieke Mens, Willibrord Huijben en mijzelf

Vorige
Vorige

ARTZUID 2023